Klant: | Nederlandse Aardolie Maatschappij, Den Helder |
Locatie: | Den Helder, Nederland |
Orderdatum: | December 2011 |
Afronding: | September 2013 |
Sector: | Olie en gas (Upstream) |
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is de grootste producent van aardgas van Nederland. Naast de velden op het land heeft NAM bemande platformen en vier onbemande monotowers op 19 locaties op zee. Deze zijn verbonden met een pijpleidingnet dat bij Den Helder aan land komt.
Een van de fabrieken in Den Helder is een faciliteit voor laagcalorische-gasbehandeling die in 1984 werd geopend. Als onderdeel van een algemene vernieuwing van de systemen en apparatuur in deze faciliteit besloot NAM tot een upgrade van het systeem voor automatische stillegging (automatic shutdown system, ASD), dat vertrouwde op een verouderde magnetische beveiligingstechnologie. Toen het besluit tot een upgrade eenmaal was genomen, was de tijdsdruk hoog aangezien NAM het liefst de upgrade tegelijk wou hebben met een geplande stillegging voor onderhoud dat elke zes jaar wordt uitgevoerd.
Yokogawa is de belangrijkste automatiseringsleverancier (main automation contractor, MAC) die de voorkeur heeft van NAM voor haar offshore activiteiten. Om snel en efficiënt te kunnen handelen, werd besloten dat Yokogawa ook de elektrische, mechanische en civieltechnische diensten op zich zou nemen die nodig zijn voor de automatiseringsupgrade. Normaal gesproken zou dit worden uitbesteed aan een Engineering Procurement and Construction-bedrijf (EPC-bedrijf). Door geen EPC in te huren, kon het project zes maanden sneller afgerond worden.
Achtergrond van het project
Het doel van de vernieuwing van de gasbehandelingsfaciliteit in Den Helder was het verlengen van de levensduur ervan tot na 2030. Het bedrijf voerde een progressieve upgrade van het distributiesysteem (DCS) van de faciliteit uit als onderdeel hiervan. Deze upgrade maakt deel uit van de ONEgas-strategie voor de gecombineerde middelen van NAM en moederbedrijf Shell waarbij gezocht wordt naar manieren om de bedrijfskosten in de zuidelijke Noordzee te verlagen door beter beheerde velden die het einde van hun levensduur bijna hebben bereikt.
De laatste fase van de controle- en instrumentatie-upgrades in Den Helder was gericht op Yokogawa's Maglog 14 ASD-systeem in deze faciliteit dat vertrouwde op magnetische technologie die in de jaren 1960 voor het eerst werd gebruikt. Yokogawa stopte eind jaren 1980 met de verkoop van dit systeem en is van plan de ondersteuning ervan te beëindigen. NAM besloot in december 2011 over te stappen op Yokogawa's nieuwste beveiligingsplatform, het instrumentele beveiligingssysteem ProSafe-RS. Een belangrijke factor in deze beslissing was de mogelijkheid van het systeem om nauw samen te werken met het Yokogawa CENTUM VP DCS dat in de faciliteit in Den Helder is geïnstalleerd, via het Vnet-/IP-controlenetwerk.
Yokogawa heeft een nauwe band met NAM ontwikkeld, aangezien het bedrijf enkele jaren als een MAC voor NAM gewerkt heeft. De rol van MAC zorgt voor een enkel punt van verantwoordelijkheid voor alle automatiseringsapparatuur in de faciliteit. Dit soort partnerschap wordt steeds populairder onder grote eindgebruikers die complexe automatiseringsinstallaties hebben, aangezien projecten voor zowel de gebruiker als de betrokken EPC vereenvoudigd kunnen worden. Yokogawa heeft geïnvesteerd in personeel met de vaardigheden die nodig zijn om dit hogere verantwoordelijkheidsniveau aan te kunnen. In het geval van NAM is het leveren van automatiseringsapparatuur en -diensten overeenkomstig een kaderovereenkomst tussen Yokogawa en Shell onderdeel van de MAC-rol.
Om dit project te versnellen en ervoor te zorgen dat deze upgrade samenvalt met het periodieke onderhoud dat voor augustus 2013 gepland stond, besloot NAM dat Yokogawa ook de traditionele rol van een EPC op zich zou nemen door een compleet pakket en implementatieservice te leveren, inclusief alle mechanische, elektrische en civieltechnische werkzaamheden nodig om het systeem te installeren en in gebruik te nemen. Als deze deadline niet gehaald zou worden, zou dit kunnen betekenen dat het systeem nog twee jaar nadat de ondersteuning gestopt is, zou moeten doorwerken.
De beslissing Yokogawa te vragen dit hogere verantwoordelijkheidsniveau op zich te nemen, ontstond door verschillende factoren. Yokogawa had al een diepgaande kennis van het automatiseringssysteem aangezien het betrokken was bij de locatie sinds die in 1984 in werking trad en NAM's ervaringen met het nauw samenwerken met Yokogawa als een MAC-partner waren zeer positief. De upgrade was een functionele vervanging van het systeem voor stillegging. Dit was duidelijk bepaald en daardoor gemakkelijk te overzien. Een andere belangrijke factor was het belang van dit project voor NAM. Dit betekende dat speciale technische middelen van NAM beschikbaar waren om te helpen bij het plannen en implementeren van het project.
Diensten en apparatuur
Behalve het verwijderen van een paar controlelussen die gedurende de looptijd van de fabriek overbodig werden, was het nieuwe systeem puur een functionele vervanging van het oude systeem.
Het oorspronkelijke front-end engineering design (FEED) werd onder toezicht van een ervaren FEED-engineer van Shell uitgevoerd door engineers van Yokogawa. Deze fase van het project begon in april 2012 en werd in september afgerond. Nadat de eerste planningswerkzaamheden voltooid waren, presenteerde Yokogawa in december een oplossing en uitvoeringsstrategie aan NAM. De implementatiefase van het project begon daarna in januari 2013.
Het eerste element van de uitvoeringsfase voor Yokogawa was het maken van vele gedetailleerde schetsen, grafieken en apparatuurspecificaties nodig voor de implementatie. Dit leverde een stuklijst op met de kernelementen van het veiligheidscontrolesysteem, gebaseerd op het instrumentele veiligheidssysteem Yokogawa ProSafe-RS met de benodigde I/O-interfaces. Er werd ook een serie apparatuur van derden, waaronder nieuwe barrières, versterkers en kasten, gespecificeerd om de oude en gedateerde I/O-technologie geplaatst tijdens de installatie van het originele ASD-systeem te vervangen.
De uitvoeringsfase van het project werd zeer snel door Yokogawa uitgevoerd. De planning, inkoop en voorbereidende werkzaamheden, plus softwareontwikkeling voor de ProSafe RS, waren voltooid tegen de streefdatum van augustus 2013. De bouw, implementatie en het testen vond vervolgens in Den Helder plaats tijdens de geplande stilleggingsperiode.
Hoewel het ProSafe-RS-platform ook nieuwe functies biedt, werd besloten dat de veiligheidstoepassing dezelfde functionaliteit zou implementeren als het voorgaande Maglog 14-systeem had. Dat systeem was gebaseerd op logische circuits met magnetische kernen, een bedraad systeem; communicatie vond plaats via Modbus-links en gegevens werden op verzoek verzonden. Het nieuwe ProSafe-RS instrumenteel veiligheidssysteem daarentegen is nu direct geïntegreerd met het CENTUM VP DCS-netwerk van de fabriek. Al deze beveiliginggerelateerde gegevens en mogelijk andere gegevens van het complete DCS van de fabriek zijn volledig transparant en toegankelijk voor de veiligheidscontroleur. Hiermee heeft NAM een geavanceerd veiligheidscontroleplatform dat geherprogrammeerd en naar wens aangepast kan worden om mogelijke veranderingen aan de gasbehandelingsfaciliteit in de toekomst te kunnen verwerken.
Belangrijkste prestaties van het project
- Versnelde projectimplementatie met stipte start
- Implementatie tijdens stillegging fabriek om uitvaltijd te vermijden
- Project uitsluitend door MAC uitgevoerd
- Nieuwe vorm van projectmanagement voegt waarde toe aan MAC-strategie van de fabriek
- Nieuw veiligheidsplatform op software gebaseerd vereenvoudigt toekomstige wijzigingen aan de fabriek
Klanttevredenheid
Vincenzo Graziadio NAM ONEgas projectengineer
"Yokogawa's nauwe betrokkenheid speelde een belangrijke rol bij de ondersteuning van NAM om deze automatiseringsupgrade efficiënt en voordelig uit te voeren. Met hun hulp waren we in staat de normale activiteiten op tijd en probleemloos na de stillegging te hervatten", zegt Vincenzo Graziadio, ONEgas projectengineer bij NAM.